vrijdag 14 juni 2013

Zelfontworpen les - Boerderij

Hieronder hebben wij een lesfasenmodel voor een zelfontworpen les gemaakt. Deze les gaat over het maken van een boerderij. Het is een gezamenlijk klassenproject en omdat een boerderij veel verschillende onderdelen bevat, kan iedereen iets kiezen om te maken waar hij/zij zich goed bij voelt. Het hoeft dus niet verplicht een dier te zijn, maar ook andere onderdelen van de boerderij moeten gemaakt worden! Het lijkt ons leuk om deze les ook echt een keer uit te voeren.

Lesfasenmodel:

Voorbereiding *
Context - Boerderij
Belevingswereld - Dieren
Basisplan – We maken met z’n alle een boerderij van (fimo)klei.
Opdracht en randvoorwaarden – Er moeten minimaal 5 verschillende dieren gemaakt worden en minimaal 8 verschillende voorwerpen. Denk hierbij aan een voederbak, een gieter, een bezem en een schuur.
 
Doelen  
Beeldend doel: - Het moet een boerderij worden met dieren en boerderij voorwerpen.
Technisch doel: - Het is de bedoeling dat de leerlingen leren omgaan met fimoklei.
 
 
Receptie
/Oriƫntatie *
Introduceren
Beeldcultuur – We kijken met de klas een stukje van Barnyard en beginnen een gesprek over een boerderij. Tegelijkertijd maken we een woordweb met de dingen die op een boerderij de vinden zijn.
 
 
Informeren
Beeldbeschouwen – We bespreken gezamenlijk het stukje Barnyard en bedenken hierbij wat er allemaal aanwezig is op een boerderij en dus ook wat wij straks moeten gaan maken. Zoals hierboven al is beschreven, komt er dan ook een woordweb bij. Ik vraag de leerlingen van tevoren ook om goed op de details van de boerderij te letten.
*
Instrueren
Beeldend Probleem – Nadat de boerderij af is moet er iets mee gebeuren. We laten de kinderen hierbij beslissen wat dit is. Denk hierbij aan verandering van lente naar herfst of een dergelijke verandering.
 

hier volgt een verduidelijking van het beeldmateriaal. We kijken gezamenlijk de trailer van een Barnyard-Film (http://www.youtube.com/watch?v=l2alaKxvH8E). Dan vragen we of iemand dit tv programma kent en zo activeren we de voorkennis en trekken we de aandacht. Dan schakelen we over op het onderwerp 'boerderij'. Want wat komt er allemaal voor op een boerderij? Denk hierbij aan Barnyard (de hoofdpersonen zijn verschillende boerderijdieren, maar denk ook aan de trekker van de boer, etc.). We maken dan ook met z'n allen een groot woordweb met allerlei voorwerpen en dieren die op een boerderij voorkomen. Daarna volgt de uitleg van de opdracht.

Hieronder staat de beoordelingsmatrix:

Beoordelings- matrix
Onvoldoende
 
Voldoende
Goed
Het gebruik van boerderij dieren
Er zijn minder dan 5 dieren gemaakt.
 
(0 punten)
Er zijn 5 dieren gemaakt.
 
 
(2 punten)
Er zijn meer dan 5 dieren gemaakt.
 
 
(3 punten)
Het gebruik van voorwerpen van een boerderij
Er zijn minder dan 8 attributen gemaakt.
 
(0 punten)
Er zijn 8 attributen gemaakt.
 
 
(2 punten)
Er zijn meer dan 8 attributen gemaakt.
 
(3 punten)
Inzet
De leerling toont geen inzet in het werk dat hij/zij moet verrichten.
 
 
(0 punten)
De leerling doet wat hij/zij moet doen.
 
 
 
(3 punten)
De leerlingen tonen veel enthousiasme en inzet bij deze opdracht.
 
(4 punten)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten